Toen ik samen met mijn Lief eind jaren zestig van de vorige eeuw neerstreek in Houten, ik ging er als ambtenaar Financiën aan de slag, was Houten nog een kleine en overzichtelijke gemeente. Samen met de kernen Schalkwijk, Tull en ’t Waal en ’t Goy, telde zij amper 6.500 inwoners.
Dit zou niet lang zo blijven. Het klinkt ongeloofwaardig, maar er waren toen al Haagse plannen voor een uitgroei van Houten tot 100.000 inwoners. Zover kwam het gelukkig niet, maar begin jaren zeventig kreeg Houten wel de opdracht om binnen tien jaar 6.000 huizen te bouwen.
Ook toen was de woningnood hoog in de regio Utrecht. De verstedelijking van Houten ging in een hoog tempo. Honderden woningen werden jaarlijks uit de grond gestampt. Gemeenteraad, college en ambtelijke organisatie werkten voortvarend. Houten veranderde van een plattelandsdorpje in een heuse stadse gemeente van 25.000 inwoners. Daar bleef het niet bij. Vrij snel daarna moest Houten opnieuw 6.000 huizen bouwen. Houten is nu een middelgrote gemeente met tegen de 50.000 inwoners.
Prachtig dat zoveel mensen een woning in het mooie Houten hebben gevonden. Maar deze verstedelijking kent wel een prijs. Zo zijn de voor Houten kenmerkende en fraaie boomgaarden nagenoeg uit het landschap verdwenen. Veel markante boerderijen zijn er niet meer.
Maar Houten is niet compleet zonder de dorpskernen Schalkwijk, Tull en ’t Waal en ’t Goy. De parels van onze gemeente. De achtertuin van het verstedelijkte Houten. Daar waar de rivier zich al meanderend een weg baant door het prachtige landschap. Daar waar de koeien verkoeling zoeken en een baasje zijn hondje ongestoord laat zwemmen. Daar vind ik mijn favoriete plekje.
Gerard Zandbergen
Fractievoorzitter ITH